donderdag 11 december 2014

10. Maseru via Ladybrand – woensdag 3 en donderdag 4 december

woensdag 3 december

Een beetje weemoed: het Drakengebergte is voorbij. Maar ook weer: spannend en leuk: wat gaan we nu weer krijgen. We rijden als het ware om Noord-Lesotho heen. In Harrismith nemen we een stukje van de N5 tot Bethlehem (we hadden ook binnen door kunnen gaan) en daar gaan we linksaf naar Ladybrand. In totaal 307 km. We zien de grote bergen niet meer liggen, wel lagere, zandstenen bergen met veel stenen erop die uit het vlakkere land steken. Het land is overal ontgonnen.

onderweg, lagere bergen

pukkels die uit het groene landschap oprijzen

het land id overal ontgonnen


Aan het eind van de middag komen we in Ladybrand, vlak bij de grens naar Lesotho aan op de camping Little Rock Site die zijn naam eer aan doet (zie foto). De dame bij de receptie is zeer vriendelijk en goedlachs. Ze spreekt ook het Desotho en ze regelt een taxi voor de volgende dag naar Maseru.
Ladtbrand

camping Little Rock Site

Voordat we één dag naar Lesotho gaan, naar de hoofdstad Maseru, eerst nog wat geschiedenis over Lesotho

Over Lesotho
De wortels van het moderne Lesotho liggen in de zgn. difaqane. Voor de komst van de Voortrekkers was er veel strijd tussen de chiefdoms. Voor de 19e eeuw waren er heel kleine politieke eenheden. Als er ruzie was, ging één groep gewoon weg en zocht nieuw land. Begin 19e eeuw kwamen er grotere eenheden. De bekende Shaka Zulu speelde hierin een grote rol: hij verenigde diverse chiefdoms en zorgde dat ze alle de Zulu-taal en cultuur hadden. Eerst zonder, later mét veel geweld. Die latere gewelddadigheden waren intens en hadden interne en externe (o.a. Mozambique) redenen. De gewelddadigheden werden difaqane genoemd - in het Hoogveld - en mfecane in andere regio’s zoals de Nguni-gebieden. In het zuidelijk Hoogveld werd de bevolking hierdoor gedecimeerd. Een groot aantal groepen kwam uit de chaos tevoorschijn, zoals de Ndebele, de Sotho, de Swazi, de Zulu en de Pedi. Ze bestonden naast elkaar  en niemand had eigenlijk eigendom over het geheel. Dit was de situatie toen de Voortrekkers kwamen. Hier ligt dus de voorgeschiedenis van Lesotho en Swaziland.

De Besotho staat is dus uit de difaqane ontstaan. Chief Moshoeshoe van de Koenoe clan speelde hier een grote rol. In plaats van vechten met andere chiefdoms lukte het hem een aantal belangrijke en invloedrijke chiefdoms te verenigen en voor vrede te zorgen. Dat had hij in zijn jeugd geleerd.  Hij was zoon van een eenvoudige dorpshoofdman. Zijn vader vond dat zijn temperament en grote ambitie hem in de problemen zou kunnen brengen en stuurde hem naar de bekende chief Mohloni. Van hem leerde Moshoeshoe dat een regeerder de loyaliteit van zijn volgers niet alleen door geweld moest zien te verkrijgen, maar door hen duidelijk te maken dat ze echt op zijn bescherming konden rekenen. Ook leerde hij dat veel vee de basis van veel macht was. Hij wist veel clans bij elkaar te brengen, o.a. door aan belangrijke clans vee te schenken (dat hij dan later weer op een of andere manier toch weer terug kreeg) en bij kleinere clans door het vee gewoon te stelen.

Het standbeeld voor Moshoeshoe in Maseru, de chief die aan de basis van Lesotho staat

Zo ontstond er een grote politieke eenheid, de basis voor het huidige Lesotho.
Toen de Voortrekkers kwamen, ontstonden er gevechten. Maar ook kon men over en weer van elkaar profiteren: de Europeanen deden eerst niet aan boeren, ze wilden jagen, handelen en speculeren met land (zo staat het in de Footprint, wij vinden het eigenlijk vreemd: de Europeanen waren toch juist Boeren?). Ze konden voedsel en graan van  de Basotho kopen. Moshoeshoe zag dat dit niet genoeg was en vroeg hulp van de Britten. Die wilden dit eerst niet geven, ze wilden liefst dat de voortrekkers en de Basotho rustig naast elkaar leefden. Maar na veel diefstallen en onrust besloten ze Lesotho  (of Basutoland) tot Brits protectoraat te maken. Dat heeft de Sotho uiteindelijk niet erg geholpen: grote stukken land zijn ze toch kwijt geraakt aan het huidige Oranje Free State.
Nu heeft Lesotho ongeveer 2 miljoen inwoners, waarvan de helft in Maseru woont. Nergens in Lesotho is het land beneden de 1000 meter. De staat ligt in het hooggebergte.

donderdag 4 december
We gaan een dagje naar Maseru, om het gezien te hebben. De taxi haalt ons om 9 uur op en om 10 uur zet hij ons af in het centrum van Maseru: 16 km inclusief de 2 grensovergangen. Het is een goed geweest dat we het advies van Joris om niet met eigen auto naar Lesotho te gaan gevolgd hebben: we zien erg veel gedoe met auto’s bij de grens.


Na een kopje koffie bij het restaurant “Rendez-vous” waarvan we later lezen het “de” plaats is waar veel diplomaten en ambtenaren komen, lopen we de stad in. Kraampjes langs de weg, grote massa’s mensen bij het postkantoor (we weten niet waarom).

veel kraampjes langs de hoofdstraat van Maseru


een beeld in het winkelcentrum in Maseru

veel mensen bij het postkantoor


Na wat gezoek en adviezen die naar allerlei kanten wijzen, vinden we het toeristenbureau niet. Uiteindelijk wordt ons verteld dat het ruim een jaar geleden is afgebrand.  Wel “genieten” we van het geloei van een internationale motorcross die vanmorgen in de stad wordt gehouden. Vanuit heel Afrika zijn er motoren.

Het gebouw waarin volgens de Footprint het toeristenbureau zou moeten zitten


Zoals de gids al zegt: er is niet veel te zien in Maseru. We  vinden de St. Johns Kerk, maar die is dicht. In een half uurtje hebben we de hoofdstraat afgelopen en komen we bij de rotonde Cathedral Circle. Daar bekijken we van alle kanten de Kathedraal. Overal dicht. Als Geer het heeft opgegeven en in het parkje kijkt naar hoe de plantsoenendienst prachtig de perkjes schoffelt, vindt Kees toch de ingang.

de Kathedraal

Bij het plein valt ook een spelletje met gaatjes en doppen van cola en bierflesjes in natuursteen te zien. Kees kent het van Uganda als mwanze.

Spelletje mwanze in natuursteen


We lopen door, buiten de stad naar boven toe, met een mooi uitzicht op de stad:

een winkelcentrum van bovenaf

overzicht over de stad

Het doel van de klimtocht in de hitte, is het parlementsgebouw dat boven op een heuvel ligt. Vanaf hoog gelegen wordt het land bestuurd. Het is een modern, groot complex. En het is gebouwd met hulp van China. We krijgen een bezoekerspas en mogen binnen de parlementszaal bekijken . Een dame komt uitleg geven: er zijn 130 zetels. Er is een Speaker, waarschijnlijk nog met pruik. Die zit op een groen laken en gebeeldhouwde stoel, net als de schrijvers. De rest zit op gewone stoelen, ook de president en de ministers (30 inclusief staatssecretarissen) en die spreken vanaf hun stoel in de microfoon. Toevallig is vandaag (men vergadert vanmiddag) de laatste bijeenkomst van het parlement. Dan stopt men totdat er in maart nieuwe verkiezingen zijn geweest.

We mogen nergens foto’s maken, dus ook niet de foto hieronder. We hebben de indruk dat er slechts zelden toeristen hier komen.

 parlementsgebouw

…gefinancierd door China, die daar trots op is

De terugtocht naar beneden gaat gemakkelijker, al maken we per  ongeluk een flinke omweg. We lunchen laat bij de Alliance Française, lopen nog naar het standbeeld van Moshoeshoe, dat ook gesloten is en dan hebben we echt alles gezien. We drinken nog koffie op het terras van Rendez-Vous tot de chauffeur komt.
Het was een leuk bezoek, leuk om Maseru gezien te hebben. Opvallend is dat we alleen maar zwarte mensen hebben gezien. En we vinden de mensen heel vrolijk en keurig aangekleed. Ook heel behulpzaam, als je wat zoekt lopen ze soms even met je mee om het aan te wijzen. Mn. Kees voelt zich hier weer ineens in Afrika vooral doordat het straatbeeld geheel uit Afrikanen bestaat. We hebben maar een enkele blanke gezien. Hier is niet de scheiding dat de bediening zwart is en de clientèle wit.

Terug op de camping eten we in de Rocky Saloon. Er valt een korte, heftige onweersbui en dan is het weer droog. Dat was Ladybrand en Maseru, morgen naar Bloemfontein. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten